In het weekend kunnen de meeste mensen even bijkomen van de drukke werkweek. Geen plannen, alles rustig aan doen en vooral genieten van het vrij zijn. In het weekend heb je vaak ook meer tijd om iets uitgebreider te koken, en daar hebben we dit artikel voor gemaakt. Je vindt hier een uitgebreid menu dat ideaal is voor het weekend. Uiteraard kan dit recept ook doordeweeks klaargemaakt worden als je daar genoeg tijd voor hebt.
Als eerste op het menu: koude bietensoep
Dit voorgerecht is het meest ideaal in de zomer, want als het warm is, heb je vaak geen zin in hete soep. Houd je van gazpacho? Dan vind je deze soep ook zeker lekker. Niet moeilijk te maken, en is slechts 20 minuten staat het eten al klaar!
Wat heb je nodig?
- 2-4 plakken parmaham
- 300 gram gekookte bietjes
- 4 eetlepels hüttenkäse
- 4 lente- of bosuitjes
- 1 groentebouillonblokje
- 1 eetlepel dikke balsamicoazijn
- 1 eetlepel olijfolie
- 4 plukjes dille
- 6 ijsblokjes
- Blender
- Keukenpapier
De soep klaarmaken
- Verhit wat olie in een pan en bak hierin de parmaham uit op een laag vuur. Neem ze vervolgens uit de pan en laat ze uitlekken op een bord met keukenpapier. Laat ze verder afkoelen en knapperig worden.
- Breng 400 ml water aan de kook en los hier het bouillonblokje in op. Laat dit afkoelen.
- Zet ondertussen 4 diepe borden in de koelkast.
- Zorg ervoor dat de gekookte bieten gepeld zijn en in stukjes gesneden zijn. Maal deze samen met de afgekoelde bouillon en 6 ijsblokjes in de blender tot een glad mengsel.
- Verdeel het mengsel over de 4 diepe borden en doe in elk bord een schep hüttenkäse erbij.
- Druppel vervolgens de balsamicoazijn erover en leg de ham erop.
- Garneer de borden met lente- of bosui en dille.
Zalmmedaillon als hoofdgerecht
Dit hoofdgerecht klinkt heel luxe, maar je hoeft er gelukkig niet heel lang voor in de keuken te staan. In ongeveer 30 minuten is het gerecht klaar, en kunnen jullie beginnen aan het hoofdgerecht. In de tussentijd is er genoeg tijd voor een lekker wijntje en een goed gesprek.
Wat heb je nodig voor dit menu?
- 100 gram gerookte zalm
- 500 gram zalmfilet zonder vel
- 25 gram blanke hazelnoten
- 50 gram rucola
- 300 gram tagliatelle
- 1 theelepel sinaasappelrasp + wat extra ter garnering
- 1 teen knoflook
- 100 ml olijfolie extra vergine
- 4 plukjes dille ter garnering
- Staafmixer of keukenmachine
De zalmmedaillon maken
- Snijd de gerookte zalm in repen. De zalmfilet in stukjes snijden en deze vervolgens in de keukenmachine of met de staafmixer malen met wat zout en peper, totdat het gehakt is.
- Rol met koele, vochtige handen 4 ballen van het gehakt. Druk ze iets plat en rol de repen gerookte zalm er aan de zijkanten omheen. Leg deze nu in een ovenschaal en plaats deze afgedekt in de koelkast.
- Rooster de hazelnoten in een hete pan, zonder olie of boter, totdat ze licht verkleurd zijn.
- Maal de hazelnoten samen met de rucola, sinaasappelrasp, knoflook en een scheut olijfolie in de keukenmachine of met de staafmixer tot een fijne pesto. Breng deze eventueel op smaak met wat zout en peper.
- Verwarm de ovengrill voor. Haal de zalmmedaillons uit de koelkast en bestrijk deze met olijfolie. Rooster ze vervolgens een paar minuten onder de grill. Keer ze voorzichtig om, en grill ze nog een paar minuten.
- Kook intussen de tagliatelle beetgaar in water met wat zout. Giet vervolgens af en meng de pesto erdoor.
- Verdeel de pasta over vier borden in mooi gedraaide torentjes. Leg de zalmmedaillon hier bovenop. Bestrooi met peper en eventueel nog wat sinaasappelrasp.
- Garneer het gerecht met dille.
De afsluiter van het menu: amandelwafels
Bij een heerlijk en uitgebreid menu mag het toetje natuurlijk niet ontbreken. Hierbij hebben we gekozen voor amandelwafels met ijs. Ook dit gerecht is weer eenvoudig te maken, en staat na ongeveer 20 minuten al op tafel. Kun je in de tussentijd mooi even het hoofdgerecht laten zakken.
Wat heb je nodig?
- 100 gram lichtbruine basterdsuiker
- 100 gram amandelschaafsel
- 100 gram extra pure chocolade
- 100 ml room
- 4 bollen roomijs
- 40 gram bloem
- 1 losgeklopt ei
- 1 eiwit
- 1 eetlepel boter
- Mespunt cacaopoeder
- Deegroller
- Bakplaat met bakpapier
Aan de slag met het nagerecht
- Verwarm de oven voor op 180 graden. Klopt de bloem, cacao, suiker en een snufje zout door elkaar. Klop het ei samen met het eiwit goed los en doe dit erbij. Voeg vervolgens ook de boter toe en klop alles met een garde totdat er een glad beslag ontstaat.
- Schep nu de amandelen erdoor.
- Schep kleine hoopjes van het beslag op het bakpapier. Let er wel op dat je genoeg tussenruimte hebt want de koekjes lopen uit. Bak deze vervolgens in 5 minuten in het midden van de voorverwarmde oven.
- Schep de koekjes met een platte spatel van het bakpapier en laat ze op een deegroller of schone fles afkoelen. Dit doe je zodat ze een mooi, gekrulde vorm krijgen. Wanneer de koekjes volledig zijn afgekoeld bewaar je ze in een luchtdichte trommel.
- Verwarm nu de chocolade met de room totdat vrijwel alle chocolade is gesmolten. Haal het van de warmtebron af en roer alles goed door tot ook de laatste klontjes zijn verdwenen.
- Haal het ijs vast uit de diepvries.
- Leg op elk bord een koekje en schep hier een bol ijs op. Giet hier vervolgens een lepel lauwwarme chocoladesaus overheen en serveer deze direct.
Comments are closed.